Verkorte spelregels spelvorm Tripletten
- De toss bepaalt welk team begint.
- Elk team krijgt 6 boules (2 boules per speler).
- Het team dat de toss wint kiest de baan en bepaalt de plek van de werpcirkel (1 meter van de kant) en werpt het butje vanuit de werpcirkel tussen de 6 en de 10 meter op minstens 1 meter van een obstakel.
- Het team (Team A) dat het but heeft gegooid, gooit ook de eerste boule. Het is de bedoeling om de boule zo dicht mogelijk bij het but te plaatsen.
- De eerstvolgende boule wordt gegooid door de tegenpartij (Team B). Team B probeert haar eerste boules dichter bij het but te plaatsen. Het is toegestaan de boule van de tegenstander (Team A) of het but weg te stoten.
- Zolang de positie van de boule van Team B ten op zichte van de boule van Team A niet verbetert, blijft Team B aan beurt. Als Team B een betere boule gooit, gaat de beurt over naar de andere partij (Team A).
- Iedere boule die dichter bij het but ligt dan de boule van de tegenstander levert één punt op. Alleen de winnaar krijgt punten.
- Als een team geen boules meer heeft, kan de tegenpartij proberen nog meer boules beter te plaatsen.
- Als alle boules gespeeld zijn, krijgt het winnende team net zoveel punten als het aantal boules dat beter ligt dan de beste boule van de tegenpartij.
- Het team die de voorgaande werpronde heeft gewonnen, begint de volgende werpronde en gooit het but.